Grote kledingmerken als C&A, H&M, Inditex (‘Zara’) en PVH (‘Tommy Hilfiger’) beloven actie te ondernemen voor verbetering van de levensomstandigheden van migrantenarbeidsters in de kledingindustrie in Zuid India. De bedrijven zeggen dit naar aanleiding van een artikel, dat in januari is gepubliceerd door de Landelijke India Werkgroep, over de slechte levensomstandigheden en beperkte bewegingsvrijheid van jonge migrantwerknemers in de kledingindustrie in de Indiase stad Bangalore.
Sympany⁺ steunt een programma dat tot doel heeft de arbeidsomstandigheden van kledingarbeidsters in Zuid India te verbeteren door gerichte lobby, opvang, begeleiding en ‘empowerment’ van de werkneemsters.
Een groeiend aantal jonge migrantarbeidsters verblijft in hostels, die onderdeel zijn van de fabrieken en worden daar ernstig beperkt in hun bewegingsvrijheid. Daarnaast hebben zij geen leefbaar loon. De hostels worden gerund door kledingfabrieken in Bangalore, die produceren voor o.a. de genoemde toonaangevende multinationale kledingmerken.
“Niets is hier goed. Maar we blijven hier omdat we moeten leven en dit de enige manier is,” zegt een werknemer bij Arvind (de kledingfabriek die voor H&M produceert) over de leefomstandigheden in de fabriekshostels. De vrouwelijke werknemers mogen het hostel slechts eens per week verlaten, meestal is dit op zondag voor hoogstens 2 uurtjes. Ze kunnen het hostel alleen uit als ze zich hebben geregistreerd bij de bewaker, die, zoals sommigen vermoeden, “ervoor moet zorgen dat we niet naar onze dorpen vertrekken nadat we ons salaris hebben ontvangen.” De arbeiders klagen ook dat ze geen verlof mogen opnemen. Het ontbreekt alle fabrieks-gerunde hostels aan basisvoorzieningen zoals behoorlijke meubels, kasten, bedden en matrassen. In de meeste gevallen wordt een bepaald bedrag op het salaris van de werknemers ingehouden voor accommodatie, elektriciteit en water. Werknemers die in het hostel van Arvind verblijven meldden dat kookfaciliteiten ontbreken, dat het hostel niet schoon is en de watertoevoer onregelmatig. Omdat migrantarbeiders de lokale taal niet spreken zijn ze extra kwetsbaar voor uitbuiting.
C&A, H&M en Inditex gaan hun krachten bundelen. Ze willen de vrijheid van vakbonden waarborgen, in samenwerking met de lokale vakbonden Garment Labour Union (GLU) en Garment and Textile Workers Union (GATWU). Ze willen arbeidsmigranten ook mondiger maken via training en een klachtensysteem, en ze hebben toegezegd de regelgeving m.b.t. het verlaten van de hostels te herzien, en met deskundigen uit het bedrijfsleven, andere kledingmerken en andere betrokkenen om de tafel te gaan zitten voor een uitgebreid programma voor de hele sector om internationale normen uit te voeren op het gebied van werving, huisvesting, klachtenafhandeling, opleiding en ontwikkeling van arbeidsmigranten.
Bron: artikel Unfree and Unfair (www.indianet.nl/UnfreeAndUnfair.html)