In India ligt heel veel textielafval.
Of het nu gaat om snijafval, dat is vrijgekomen uit de productie van allerlei kleding, of (resten van) afgedragen kledingstukken.

In India zijn in veel textiel productiebedrijven arbeidsomstandigheden die te wensen overlaten. Denk dan aan veiligheid, maar ook wat salariëring betreft.

Daarnaast hebben traditionele handwevers steeds minder werk door de trend van grootschalige productie, die via machines wordt ingevuld.

Bovenstaande drie zaken heeft Sympany als uitgangspunt genomen om te bekijken of we een bedrijf kunnen opzetten dat textiel vervezelt. Nadat het is vervezeld, wordt er garen van gesponnen en vervolgens wordt er van het garen door lokale wevers doek van gemaakt. Doek dat geschikt is voor diverse (kleding)merken om er mooie kleding van te maken of ander textiel. En dat met aandacht voor betere arbeidsomstandigheden en een veilige werkomgeving.

Sympany is bij het opzetten hiervan geholpen door specialisten van het Nederlandse Enviu.
Zij zorgen ook voor de continuïteit en monitoring. Ook de RVO (Rijksdienst van Ondernemend Nederland) van het ministerie van Buitenlandse Zaken ziet de voordelen van dit project en verleent er subsidie voor. Ik word steeds enthousiaster bij het project, want na een zeer moeizame zoektocht, krijgt wat ooit als een mooie droom begon, steeds meer handjes en voetjes.

Ik ben blij dat dit Sympany project in India van de grond komt. Dit naast de vele circulaire recycle projecten die Sympany in Nederland en Europa steunt en waarbij ik hopelijk een volgende keer over een mooie doorbraak kan vertellen. Spannende tijden!

Marc Vooges, directeur-bestuurder Sympany