Voor Sympany was misschien wel de grootste uitdaging, sinds de fusie begin 2015, om goede invulling te geven aan ons goede doelenbeleid. Met alle opbrengsten uit het inzamelen, sorteren en verhandelen van textiel, kleding en schoenen hebben we de mogelijkheid om, in door ons ondersteunde projecten, mensen te helpen zelfredzaam te worden. Bij de start van Sympany hadden we als uitgangspunt dat het mooi zou zijn als die projecten ook iets met textiel te maken hebben. Een behoorlijke ontdekkingstocht.
Tijdens deze zoektocht kwamen we erachter dat katoenteelt-projecten niet passend zijn voor ons. Het is een uitdaging om met boeren, die weinig land hebben (bijvoorbeeld 1 hectare) kwalitatief en winstgevende katoen te produceren naast de andere landbouwproducten die ze produceren. Niet in alle focuslanden is er een marktafzet voor de geproduceerde katoen van deze boeren. Daarnaast is de katoenprijs gekoppeld aan de olieprijs, die momenteel erg laag is. De kernpunten duurzaamheid en zelfredzaamheid te combineren met arbeidsomstandigheden in de textielindustrie was ook nog best een lastige klus. Een eerste project rond arbeidsomstandigheden hebben we gevonden bij de Landelijke India Werkgroep. Via deze gerenommeerde goede doelenorganisatie zijn we in 2015 gestart met een project waarbij 50.000 vrouwen, die werken in de textielindustrie, niet alleen een stem krijgen, maar ook in aanraking komen met een structuur ter plekke waar ze naar toe kunnen gaan voor (rechts) hulp. Samen zorgen we voor een dialoog met het management van de fabrieken waar de vrouwen werken, maar ook met de grote kledingmerken, die textiel afnemen bij deze fabrieken in India.
Marc Vooges, directeur-bestuurder Sympany