Ook een mogelijke ban op de import van tweedehands textiel, die zes leden van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap willen instellen, helpt hierbij niet. Kenia, Oeganda, Rwanda, Tanzania, Burundi en Zuid-Soedan zijn voornemens om vanaf 2019 de gesorteerde westerse kleding niet meer ingevoerd te willen krijgen en zo de eigen Afrikaanse textielindustrie een steun in de rug te geven. Lokale ondernemers zouden in die genoemde landen niet kunnen opboksen tegen de enorme balen kwalitatief goede westerse kleding. Dus moeten de grenzen dicht. Overigens is de import van nieuwe Aziatische kleding in de genoemde landen misschien nog wel een groter probleem!
Maar vooralsnog is het grote probleem in textiel inzamelingsland de hoge kosten, die gemoeid zijn bij een steeds groter deel “ondersoorten” die wordt ingezameld en dat deze “ondersoorten” inzamelaars en sorteerders geld kosten in plaats van dat het een positieve bijdrage levert aan het resultaat. Dan mag de textielinzameling wel goed zijn voor het milieu, maar een textielinzamelaar die slechts verlies maakt, is geen lang leven beschoren.
In de markt wordt momenteel gesproken over een lagere opbrengst tussen 25% en 30% voor tweedehands textiel. Sympany blijft als vanouds heel efficiënt inzamelen en textiel verwerken, waardoor het resultaat (voor het goede doel) zo lang mogelijk zo hoog mogelijk zal blijven. Een uitdaging!
Marc Vooges, directeur-bestuurder Sympany